22 DECEMBER 1932. 823 Volgnummer 387. Kosten van de Burgerwacht. De VOORZITTER constateert, dat dit de eerste begroo- tingspost is, waarbij een subsidie wordt verleend, zoodat thans de motie-H a a 1 m a n c.s. betreffende subsidieverlaging in behandeling kan worden genomen. De heer HAALMAN zal gaarne van de geboden gelegen heid gebruik maken en nog eenige toelichting geven. Het toeval heeft gewild, dat deze subsidie-kwestie behandeld wordt bij een subsidiepost, waar Spr. en zijn fractie tegen zullen stemmen. Maar dat doet niets ter zake, de Raad zal het algemeene van het bijzondere wel gescheiden kunnen houden. De motie houdt in, dat de subsidies niet behooren te worden verlaagd. Dit standpunt is gebaseerd op het feit, dat de vereenigingen aan welke een subsidie is verleend, zich alle bewegen op cultureel of sociaal-hygiënisch gebied. Het is onjuist daaraan te gaan tornen, omdat gevaar bestaat, dat de vereenigingen, enz. dan hun goed werk niet of niet meer behoorlijk zullen kunnen voortzetten. Besnoeiing van deze subsidies zou Spr. slechts onder twee voorwaarden kunnen goedkeuren en wel le. wanneer de financieele toestand van de gemeente het volle subsidie niet meer toelaat, en dan 2e. in geval van verlaging, deze toe te passen over de geheele linie en dus geen enkele organisatie uitzonderen. Waar ech ter de financieele positie van de gemeente Breda nog goed is te noemen, acht Spr. het oogenblik voor verlaging van de subsidies nog niet aangebroken. De heer VAN DE VEN verklaart, het niet met den heer Haal man eens te zijn. Bij de algemeene beschouwingen is daarvan reeds een en ander gebleken. Spr. is juist van meening, dat thans wèl het oogenblik is gekomen, waarop de Gemeente moet gaan bezuinigen, waar ze dat maar kan. Dat voorts alle gesubsidieerde vereenigingen over één kam zou den moeten worden geschoren, kan Spr. ook niet inzien. In tegendeel, er is tusschen deze vereenigingen dikwijls groot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 823