22 DECEMBER 1932. 83 3 Volgnummer 397. Onderhoud der lantaarns en vérdere kosten der verlichting. De heer KOOIJMAN vraagt, wanneer Burgemeester en Wethouders denken over te gaan tot verlichting van het Noordelijk deel van den weg naar Terheijden. In antwoord op meerdere vragen hoort men vaak: ,,De zaak zal worden onderzocht." Spr. verwacht dat antwoord ook nu en wil daarom bij voorbaat al zeggen, dat in dit geval niets te on derzoeken is. Het is voor ieder duidelijk genoeg, dat hier verlichting noodig is, als men maar even denkt aan het oude petroleumlampje van Teteringen. De toestand is nog precies als vóór de grenswijziging, met dit verschil, dat er nu geen olie meer in het lampje is. Vooral ter hoogte van de nieuw gebouwde R.K. kerk acht Spr. den toestand 's avonds ge vaarlijk. Komt dat, zoo vraagt Spr., omdat <leze weg Rijksweg is? En zijn in dat geval de bewoners ook vrijgesteld van straatbelasting? De heer BROOS zegt, zich naar aanleiding van hetgeen gevraagd is in het Centraal Rapport over de verlichting van de nieuwe straten bij de reeds genoemde R.K. Kerk, daarvan persoonlijk op de hoogte te hebben gesteld: Spr. is daarbij tot de conclusie gekomen, dat het Pastoor Pottersplein vol doende verlicht is. De verlichting van de straten aldaar kan worden verbeterd door op de straathoeken een lantaarn te plaatsen. De post wordt hierna ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. Het hoofdstuk wordt vervolgens ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. Hoofdstuk IV, Volksgezondheid. De heer COHEN citeert, hetgeen de Gezondheidscommis sie op blz, 16 van haar jaarverslag over 1931 schreef en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 833