836
22 DECEMBER 1932.
De VOORZITTER wil hieraan nog toevoegen, dat de
schoolbesturen in de eerste vergaderingen, door Spr. gepresi
deerd, het inrichten van een schoolbad zeer hebben toegejuicht.
Later echter, toen het er op aan kwam een goede regeling te
maken, „verschoonde" men zich.
De heer COHEN constateert, dat het dus in hoofdzaak ligt
aan de schoolbesturen. Spr. herhaalt daarom, hetgeen hij zoo
even reeds vroeg, waarom de openbare scholen nog niet van
het schoolbad profiteeren, en spreekt tevens de hoop uit, dat
de nieuwe directeur van den Geneeskundigen Dienst vol
doende overwicht op de schoolbesturen zal blijken te hebben.
De post wordt hierna onveranderd goedgekeurd
en vastgesteld.
Volgnummer 412C. Kosten van maatregelen, genomen
krachtens de Besmettelijke Ziektenwet.
De heer COHEN zegt, reeds meermalen te hebben aange
drongen op verbetering van de barakken voor lijders aan be
smettelijke ziekten. Het resultaat vindt Spr. in het jaarverslag
van de Gezondheidscommissie op blz. 10: er is nog niets aan
gedaan. Spr. is van meening, dat de barakken er allertreurigst
uitzien, vooral de vloeren zijn zeer slecht: hij stelt zich dan ook
voor, dat menschen, in een dergelijke omgeving gebracht, eer
der zieker zullen worden dan gezond. Spr. weet wel, dat er
plannen bestaan om met de omliggende gemeenten samen te
werken, maar hij vreest tevens, dat het nog jaren duren kan,
eer die samenwerking vrucht zal dragen. Spr. hoopt, dat ook
dit vraagstuk den directeur van den Geneeskundigen Dienst
zoo spoedig mogelijk zal worden voorgelegd.
Wethouder VAN MIERLO geeft toe, dat de barakken in
minder gunstigen toestand verkeeren; iedereen weet dat. De
onderhandelingen met de buitengemeenten gaan steeds zeer
moeizaam. Echter zal men toch op de resultaten daarvan moe-