22 DECEMBER 1932.
847
nemen van die bepaling in de practijk vele moeilijkheden van
juridischen aard op. De onderaannemers moeten vooral zelf
op hun hoede zijn; het gaat bezwaarlijk aan de gemeente voor
de belangen van hen te laten zorgen. Ook heeft dat voor
schrift weieens averechts gewerkt. Het is dan ook in het al
gemeen niet aan te raden, weshalve het geen aanbeveling
verdient, er van gemeentewege mede te beginnen. Men kan
beter nauwlettend toezien, dat het werk aan een betrouw
baar, soliden aannemer wordt gegund, in welk geval er wei
nig of geen behoefte aan een dergelijke bepaling bestaat.
De algemeene beschouwingen over dit hoofd
stuk zijn hiermede geëindigd.
Volgnummer 456. Onderhoud van huizen, torens, poorten
en dergelijke gebouwen voor den publieken dienst be
stemd.
De heer VAN KEEP is het er mede eens, dat niet elk on
derhoudswerk zich leent voor aanbesteding, maar er vallen
onder dezen post toch wel eenige onderhoudswerken, die
beter aanbesteed konden worden dan in eigen beheer uit
gevoerd, b.v. het onderhoud van de gemeentelijke woning
bouwblokken; het Rijk doet dat ook ten aanzien van het
onderhoud der Rijksgebouwen. Aan den anderen kant dienen
enkele onderhoudswerken op een andere wijze aanbesteed
te worden dan tot dusver geschiedt. In dit verband schetst
Spr. de wijze, waarop onderhoudswerken aan gemeente
gebouwen thans worden aanbesteed, vooral de loodgieters-
en asphalteurswerkzaamheden. De asphalteurs moeten vol
gens de hun voorgelegde 50 vragen van bewerking de prijzen
invullen, welke cijfers dan bij elkaar worden geteld; degene,
wiens cijfers het laagste bedrag opleveren, is dan voor een
jaar de aannemer van het onderhoudswerk. Hij weet dan ech
ter nog niet, of hij iets of niets te doen heeft, of hetgeen hij
moet verrichten op 10 K.M. afstand van huis moet gebeuren
dan wel vlak bij huis, of het voor 0.30 werk is of voor