22 DECEMBER 1932. 857 standpunt, dat die inrichtingen noodig zijn, dan moet men er meerdere bijplaatsen, want binnen de singels staan er een 25-tal; daarbuiten geen een. Acht men het evenwel niet noo dig, dat er in de buitenwijken urinoirs worden geplaatst, waarom zou men dan de bestaande in de binnenstad niet op ruimen? De heer COHEN kan zich begrijpen, dat het niet aange naam is zoo'n inrichting vóór zijn deur te hebben. Dit bezwaar ware wellicht te ondervangen door ondergrondsche urinoirs te maken. Vervolgens merkt Spr. op, dat hij nog geen ant woord heeft bekomen op zijn vraag over de plaatsing van een urinoir in het Valkenberg. De VOORZITTER antwoordt, dat over het adres van de Vereeniging „Breda Vooruit" nog prae-advies zal worden uitgebracht. Spr. kan alvast mededeelen, dat het College er wel iets voor gevoelt in het Valkenberg zoo'n inrichting voor kinderen te plaatsen en daartoe zich te beperken. De heer COHEN: Het is toch een redelijk verzoek! Wethouder VAN MIERLO merkt op, dat er nog niet zoo heel lang geleden een urinoir in het Valkenberg gestaan heeft, welke inrichting echter op veler verzoek is opgeruimd ge worden. Hieruit blijkt alweer, dat men het moeilijk ieder naar den zin kan maken. Volgnummer 466Kosten van havens, vaarten, kaaimuren, sluizen en andere waterwerken. De heer HAALMAN wil nog eens wijzen op den onhoud- baren toestand aan den Tramsingel. Ligt het nu in het voor nemen, dien singel als industriehaven in te richten of niet, vraagt Spr.; men dient toch een beslissing daaromtrent te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 857