858 22 DECEMBER 1932. nemen. Besluit men tot het eerste, dan kan men de belang hebbende industrieën in de kosten daarvan laten bijdragen door het heffen van een baatbelasting. Spr. voor zich gevoelt er echter meer voor om den Tramsingel niet als industrie haven in te richten en het lossen en laden van materialen enz. over te brengen naar de Belcrumhaven. Dit laatste kan geen bezwaar zijn, omdat het vervoer der materialen per vracht auto van en naar de Belcrumhaven even vlug geschiedt. Spr. verzoekt het College die zaak eens ernstig onder de oogen te zien. Wethouder VAN MIERLO antwoordt, dat die aangele genheid door het College al meermalen ernstig bekeken is. Er is veel voor te zeggen om van den Tramsingel een in dustriehaven te maken, doch het brengt veel kosten mede. Ook voor het denkbeeld van den heer Haaiman is een ge gronde reden. Het is inderdaad een moeilijk vraagstuk, om dat men nu eenmaal zit met de aan dien singel gevestigde industrieën. Spr. acht het evenwel thans niet het juiste oogen- blik om dat vraagstuk op te lossen. Hij gelooft niet, dat het in het belang der Gemeente zou zijn om voor het inrichten van den Tramsingel tot industriehaven thans een baatbelas ting te heffen. De heer SCHRAUWEN merkt op, dat de bewoners van den Tramsingel den grootsten hinder ondervinden van het lossen van kolen, grintslag en zand; zij kunnen daardoor in den zomer geen raam van hun huis openhouden. De post wordt daarop onveranderd goed gekeurd en vastgesteld. Volgnummer 469. Kosten van de gemeente-reiniging De heer MABELIS wijst op de personeelsbezetting bij de Gemeente-Reiniging; er zijn aan dien tak van dienst verbon den: een directeur, een hoofdopzichter, drie opzichters en ruim zestig man lager personeel. De hoofdopzichter en een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 858