866
22 DECEMBER 1932.
Dit zijn de redenen, waarom ik ook punt 2 in het ontwerp
besluit opneem.
De door mij ingediende motie is onderteekend door een
aantal leden van de fractie, waarvan ik de eer heb voorzitter
te zijn, maar ik hoop, dat ook andere fracties daaraan hun
stem niet zullen onthouden, opdat goed blijke, dat het ver-
toonen van verkeerde films door ons allen wordt afgekeurd.
De VOORZITTER deelt mede, dat de door den heer
Van de Ven ingediende motie is onderteekend door alle
leden der R. K. fractie behalve de Wethouders. Spr. kan
zich begrijpen, dat de andere leden van den Raad die motie
eerst eens willen overwegen, alvorens haar in behandeling
te nemen. Voor Burgemeester en Wethouders is deze zaak
eenvoudig; de inhoud van de motie was hun ten deele bekend,
zoodat zij wel terstond hun houding daartegenover kunnen
bepalen.
De laatste maal is de afdoening van deze aangelegenheid
hier vertraagd wegens een door den Nederlandschen
Bioscoopbond aangevraagde conferentie met het Gemeente
bestuur. Nu heeft die Bond in een telegram verklaard, dat
hem de indertijd door Burgemeester en Wethouders bij den
Raad ingediende ontwerp-verordening ex art. 4 der Bioscoop
wet onnoodig en onuitvoerbaar voorkomt en dat het veel doel
treffender zal blijken te zijn, als de bioscoop-exploitanten
zich onder toezicht stellen van de R, K. Filmcentrale, waar
toe dezen zich inderdaad bereid hebben verklaard. De zaak
komt dus prachtig in orde. Waarom zouden nu anderen
bezwaar daartegen maken? Er zijn hier in het afloopende
jaar in de voornaamste twee bioscopen resp. vijf en twee
films vertoond, die niet door de R. K. Filmcentrale goed
gekeurd waren. Er kan dus niet zoo veel bezwaar tegen de
beperking bestaan. Dit voor wat betreft het eerste punt van
het voorstel der R. K. fractie.
Wat het tweede punt aangaat: de toetreding tot de Ver-
eeniging van Noordbrabantsche en Limburgsche Gemeenten
voor gemeenschappelijke Filmkeuring, de mogelijkheid daar-