22 DECEMBER 1932.
869
De VOORZITTER merkt op, dat, wanneer in het uit
getrokken subsidie-bedrag wijziging werd gebracht in den
zin als door den heer Cohen bedoeld, dit niet zou kunnen
worden opgevat als een stap terug op den weg naar subsidie-
verlaging, maar als een rectificatie, omdat van deze subsidie
in vergelijking met andere wel wat veel is afgetrokken,
namelijk 25 tegenover 20 en 10 Spr. juicht het
toe, dat men het voortbestaan van de concerten wil verzekerd
zien. Het lijkt Spr. het beste, de subsidie te handhaven op
het bedrag, hetwelk daarvoor thans op de begrooting is uit
getrokken; blijkt het in de practijk noodig dit bedrag te over
schrijden, dan zal den Raad daarvan mededeeling worden
gedaanj
De heer COHEN constateert, dat het ;dus de bedoeling
van den Voorzitter is, dezen post te handhaven en, als het
noodig blijkt te zijn, daarop over te hevelen uit een anderen
post. Spr. begrijpt niet, waarom nu juist op deze subsidie
25 gekort moet worden, terwijl de andere met hoogstens
20 verlaagd zijn. Spr. is dan ook voor toepassing van het
spreekwoord: Gelijke monniken, gelijke kappen.
De VOORZITTER: Wij zullen het dan zoo opvatten, dat,
als wij ons tot 20 korting op het vroegere subsidie-bedrag
beperken, de Raad geacht wordt daarmede accoord te gaan.
De heer COHEN kan zich daarmede vereenigen.
De post wordt daarop onveranderd goedgekeurd
en vastgesteld.
Volgnummer 705. Subsidie aan het Oranje-Comité.
De heer VAN HOUTEN verzoekt, namens zijn fractie,
aanteekening in de notulen, dat zij tegen het verleenen van
deze subsidie is.
De post wordt daarop onveranderd goedgekeurd
en vastgesteld.
Hoofdstuk VIII wordt vervolgens in zijn geheel
goedgekeurd en vastgesteld.