22 DECEMBER 1932. 883 dingslijn te trekken in strijd met de werkelijkheid, zooals door hem is gedaan. De VOORZITTER zegt, dat men dit zou kunnen be schouwen als een terugtreden in de algemeene beschouwingen; Spr. wil het evenwel opvatten als een persoonlijk feit. De heer HAALMAN merkt op, dat hetgeen hij over de verhouding van den heer M a b e 1 i s tot de R. K. fractie heeft gezegd toch wel vrij raak geweest schijnt te zijn, anders zou eerstgenoemde zich niet zoo druk daarover maken. De heer M a b e 1 i s heeft Spr. verzocht zijn bewering te be wijzen. Welnu, dat bewijs is heel gemakkelijk te leveren, zegt Spr.; het is te vinden in de notulen van het afgeloopen jaar. Men kan daaruit zien, dat de heer M a b e 1 i s steeds voor de voorstellen van het College heeft gestemd, behalve bij den huurtoeslag voor werkloozen, toen heeft hij bijna met tranen in de oogen Burgemeester en Wethouders om ver giffenis gevraagd voor het feit, dat hij in dat geval van zijn gewoonte was afgeweken. Nu geeft Spr. volkomen toe, dat het 's heeren M a b e 1 i s' goed recht is om, wanneer hij dat verkiest, het College van Burgemeester en Wethouders te steunen, maar hij kan het Spr. dan niet kwalijk nemen, dat hij daaruit zijn gevolgtrekkingen maakt en er op wijst, dat de klove tusschen 's heeren M a b e 1 i s' partijgenooten en de Roomsch-Katholieken in feite zeer groot is. De heer VAN DE VEN wijst er op, dat de heer M a- b e 1 i s den heer Haaiman had verzocht te bewijzen, dat hij hospitant lid is van de R. K. fractie. Dit bewijs is door den heer Haaiman niet geleverd en kan ook niet door hem geleverd worden, om de doodeenvoudige reden, dat de heer M a b e 1 i s absoluut niets met Spr.'s fractie heeft uit te staan. Op één punt is Spr. het niet eens met den heer M a b e 1 i s.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 883