Verslag van üeifc Verhandelde in de "besloten zitting van den
gaueenteraad van BREDA,gehouden op 12 November 1932.
Voorzitter: Mr.Dr.VJ.G.A.van Sonsbeeck.
Secretaris: H.H.Jonkergouw.
Aanwezig: alle leden.
De heer HAALMAN verkrijgt het woord,aangezien hij verzocht heeft
deze geheime bespreking te houden.
Spr.zegt,dat bij de Bredasche slagersvereeniging het voornemen
besaat het gemeentelijk slachthuis over te nemen;dat is natuurlyk
haar goed recht.Niet juist vindt Spr.het,dat de directeur van het
gemeentelijk slachthuis,die straks als hoofdambtenaar der
gemeente geroepen kan worden om ter zake advies aan dengemeente
raad uit te brengen,in deze kwestie partij is.Dat is funest,
aangezien hij niet meer in staat is een onpartijdig advies uit
te brengen.Spr.zegt dan,dat er inde vorige week op het kantoor
van den gemeentelijken dienst,een conferentie te dier zake heeft
plaats gehad tusschen Mr.He11eriberg-Hybar,accountant van den
Eeden en den directeur van bet gemeentelijk slachthuis. Spr.vindt
dit niet te pas komen;hem is bovendien in het oor gefluisterd,
dat de directeur van het slachthuis het beleid zoodanig wil
voeren,dat er voor de gemeente geen belang meer bestaat om het
te behouden.
De VOORZITTER heeft den heer Meyer ter zake al eens onderhouden;
niettemin zal hij hem morgen weer bij zich laten komen.
De heer COHEN vindt,dat de directeur van hetslachthuis buiten
de perken gaat.Hij verzoekt de mededeelingen van den heer Meyer
aan B.en V..,aan den Raad over te leggen.
De VOORZITTER zegt toe,zulks te doen als die mededeelingen