88 9 FEBRUARI 1932. de raadsvergadering van 23 Juni 1931 werd evenwel door Wethouder E s b a c h gememoreerd, dat hier meer dan 9000 gezinnen wonen. Ook is het Spr.'s vaste overtuiging, dat een cijfer van 5000 in casu veel te hoog is en tot ongeveer de helft moet worden teruggebracht, zoodat er nog speling ge noeg is om tot een getal van 3000 aansluitingen te kunnen komen. Wat betreft de vergoeding, welke aan den directeur der Lichtbedrijven zal worden gegeven, acht Spr. het ook beter die te geven in den vorm eener persoonlijke toelage dan bij wijze van salaris-verhooging. Zijns inziens zou het niet in het belang van het bedrijf zijn, wanneer den directeur als verantwoordelijk leider geen toelage werd gegeven, te meer daar aan den directeur van Openbare Werken voor de lei ding van het Grondbedrijf wèl een vergoeding is toegekend. Daar volgens Ir. Hofman de kosten van aanleg in drie volle bedrijfsjaren kunnen worden afgeschreven, zou Spr. gaarne zien, dat zoo spoedig mogelijk met den aanleg van het distributie-net werd begonnen. De heer MABELIS zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter. Ik zou bij dit punt der agenda alleen een woord van hulde willen richten tot het College van Burgemeester en Wet houders voor het ontwerpen en indienen van dit voorstel. Ik meen, dat hier een stuk werk geleverd is, dat er in ieder opzicht zijn mag, zóó tot in alle finesses uitnemend verzorgd, dat het welslagen ervan verzekerd is en aan een groot deel van de burgerij een uitnemende dienst bewezen wordt. De opzet van het plan, waarbij wel op een aantal van 3000 aangeslotenen gerekend wordt, maar dat ook bij een aantal van 2500 aansluitingen rendeeren kan, waarbij bovendien het geheele bedrijf in drie jaren wordt afgeschreven, is zoo danig, dat het vrijwel uitgesloten moet worden geacht, dat dit ooit voor de gemeente een strop zou kunnen worden. Het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 88