9 MAART 1933. ter beschikking van de Gemeente zal verblijven en waaruit de betaling van rente en aflossing gedaan zal kunnen worden. Bij overtreding dier overeenkomst is aan de Gemeente een boete verschuldigd van telkens f 100 64. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wijziging van het Werkliedenreglement, met rapport der Commissie van onderzoek uit den Raad en nader schrijven van Burgemeester en Wethouders. De VOORZITTERgaat in het kort de geschiedenis van deze zaak na, welke zoo breed is voorbereid, dat aan het houden van algemeene beschouwingen daarover geen behoefte zal zijn. Men zou dus kunnen overgaan tot artikelsgewijze behandeling van het voorstel, ware het niet, dat van den Nederlandschen Bond van Personeel in Overheidsdienst een schrijven is ingekomen, waarbij wordt verzocht de behandeling van dit punt aan te houden en terug te zenden naar de Commissie voor het Georganiseerd Overleg, ten einde de wijzigingen, welke door de Raadscommissie ad hoe worden voorgesteld, alsnog in eerstgenoemde Commissie te doen bespreken. De zaak is evenwel in die Commissie breedvoerig besproken en daarna in handen van den Raad gesteld. Deze benoemde een commissie van onderzoek, die haar bevindingen in een rapport heeft vastgelegd, waarna Burgemeester en Wethouders nog eens hun gedachten over de zaak hebben laten gaan. Er is dus welde noodige attentie aan de zaak gewijd en Spr. is dan ook van meening, dat het niet noodig is de behandeling daarvan uit te stellen. Te meer, daar dit de consequentie zou kunnen medebrengen, dat iedere wijziging, die hier voorgesteld wordt, eerst in de Commissie voor het Georganiseerd Overleg bespreken zou moeten worden. Spr. geeft dan ook in overweging, den Bond te antwoorden, dat aan zijn verzoek niet kan worden voldaan, daar de zaak thans bij den Raad in behandeling is nadat alle voorgeschreven instanties zijn doorloopen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 131