140 9 MAART 1933 mine a mauvais jeu". De heeren weten wel, dat er niets anders op zit en gelaten ondergaan zij hun lot. Nu zij opgemerkt, dat het College in zijn bedoeld prae- advies mededeelt, dat de Katholieke Filmcentrale alleen de films keurt, die door de Centrale Filmkeuring toelaatbaar zijn verklaard voor personen boven de 18 jaar en de overige waar je zoo van zou zeggen, dat het daarop in de eerste plaats zou aankomen laat zij ongemoeid. Het College verklaart dit bezwaar te kunnen ondervangen door een verbod van bioscoopbezoek voor jeugdige personen, maar in het thans overgelegde voorstel is daaromtrent niets geregeld. Hoe zit dat Mogen die nu, die zoo gevaarlijke films, die de Katholieke filmkeuring ongemoeid laat, zoo maar gaan zien Dan blijkt toch al weinig van den ernst, waarmede gewaakt wordt tegen de zedelijke en maatschap pelijke gevaren aan bioscoopvoorstellingen verbonden, zooals het College dit uitdrukt. Of komt er een verbod van bioscoopbezoek voor personen beneden de 18 jaar? Wel was in de voorgelegde ontwerp-verordening sprake van 16 jaar. Levert gij de personen van 16 tot 18 jaar, juist de meest gevaarlijke leeftijd, zoo maar uit aan de Centrale Filmkeuring? Mijnheer de Voorzitter, ik weet, dat hetgeen dezerzijds wordt opgemerkt, geenerlei gevolg zal hebben; het besluit ik zei dit reeds in den aanvang staat al tevoren vast. Breda zal als laatste veste vallen in handen van de belegeraarster „Eigengerechtigheid". Het zij zoo; maar deze overgave mocht niet plaats hebben zonder dat een deel der belegerden getuigenis heeft afgelegd van het feit, dat het geschut, waarmede de vesting werd bestookt, geenszins tot deze overgave dwong, integendeel, enkel een projectiel afvuurde, dat slechts met los kruit bleek te zijn gevuld. De heer MABELIS merkt het volgende op;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 140