144
9 MAART 1933.
zeggen dan deze liberale redacteur. Spr. heeft deze aangelegen
heid hier vroeger al zoo verdedigdhij heeft toen ook
gezegd, dat er na de centrale keuring nog altijd films over
blijven, die uit een Katholiek oogpunt bezien, niet door
den beugel kunnen. Hij heeft eens nagegaan de motieven,
waarop verschillende films door de Katholieke Filmcentrale
zijn afgekeurd zij zijn de volgende
bad-, bed- en slaapkamer-scènes met te weinig gekleede
personen
liefdeshistories, waarbij de huwelijksmoraal geschonden
wordt
vergoelijking van zelfmoord en echtbreuk
krenking van godsdienstige gevoelens enz.
Allemaal dus onderwerpen, waardoor aanhangers van
een Christelijke 'levensbeschouwing zich gekrenkt moeten
gevoelen. Zij kunnen de vertooning van films met een zoo
danige strekking niet dulden en zij moeten dus voor na
keuring zijn. Het is onze plicht, zegt Spr., tegen de vertooning
van dergelijke films te waken zoolang wij daartoe in de
gelegenheid zijn.
De heer Haaiman heeft de veronderstelling gemaakt,
dat de Katholieke Raadsfractie in deze gevolg heeft gegeven
aan een opdracht van het Dagblad van Noord-Brabant.
Dit is een oud geluid. Spr. kan daarop antwoorden, dat de
R. K. fractie geen opdrachten aanneemt.
Ten slotte wil Spr. er de aandacht op vestigen, dat men
zich als socialist in principe niet tegen filmkeuring behoeft
te verzetten. In Utrecht heeft namelijk een der socialistische
raads\eden^im^lm*m^£mr*&+mmmmd***/ verklaard, dat hij
er sterk voor was om het bioscoopbezoek voor personen
beneden 16 jaar radicaal te verbieden. Men kan, zegt Spr.,
ons dus niet van bekrompenheid betichten en het laten
voorkomen, of wij de bioscoopbezoekers onze meening
willen opdringen, als wij eischen, dat alleen fatsoenlijke
films vertoond worden, welke tot ontspanning of leering
strekken van hen, die ze aanschouwen.