b. het jaarlijksche exploitatieverlies van Princenhage, te begrooten op f 2000.zou omgezet worden in een winst van f 2000. een voordeel voor Princenhage dus van rond f 4000.per jaar; 148 9 MAART 1933. Op de minimum-winstgarantie van 16°/o werd dezer zijds ingegaan, niet op de verlaging van 300.000 tot 200.000 Ms. Overigens werden verschillende eischen ingewilligd, andere weer niet. Princenhage ging voort met eischen te stellen, welke door geen enkele andere gemeente zouden worden gesteld en die in strijd waren met de belangen van het gasbedrijf alhier. In November 1925 werd een nieuwe concept-over eenkomst gezonden, waarin zooveel als eenigszins mogelijk was rekening was gehouden met de wenschen van Princenhage. Op dit aanbod werd nooit antwoord ontvangen. Het contract door Breda aan Princenhage aangeboden was in elk geval voor de laatste zeer veel voordeeliger dan het bestaande contract a. Princenhage zou in de toekomst geenerlei risico meer hebben C. de verbruikers in Princenhage zouden voor 11 cent in plaats van voor 14 cent per M8 bediend zijn. In 1928 werd plotseling door het gemeentebestuur van Princenhage de vraag gesteld of onderhandeling op de basis van 6 cent per M3. tot eenig resultaat zoude kunnen leiden, welke vraag ontkennend werd beantwoord. Deze vraag wekte in verband met de vroegere onderhandelingen bevreemding, daar de gasprijs te Princenhage, zelfs al leverde Breda tegen 5'/a cent per M3., wegens de hooge distributie-, administratie- en verlieskosten wel niet lager dan 12 cent per M3. kon zijn. Door de gemeente Breda is alles gedaan om de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 148