156 9 MAART 1933. van een opstel, dat in het tijdschrift „Het Gas" verschenen is en mij door een vriendelijke hand is toegezonden. Daarin wordt behandeld de gaslevering in de gemeente Borne door Hengelo. Bij een hoeveelheid gas als die Princenhage noodig heeft, kost het gas 10 ct., terwijl wij voor het gas, indien het accoord 1924/'25 was aanvaard, gemiddeld 8.5 ct. ge kregen zouden hebben. Als Princenhage met Etten en Leur samenwerkt zou het per Ms. 71/2 ct. moeten betalen, mits de omstandigheden dan gelijk zouden zijn aan die te Borne. Maar, dat is niet het geval. Immers, Princenhage en Etten en Leur hebben drie vrij ver van elkaar gelegen kommen, teiwijl Borne er maar één heeft; natuurlijk wordt de prijs dan vrij veel hooger. Het verschil tusschen den prijs volgens het voorstel 1924 '25 en den productieprijs zou in elk geval zeer gering zijn. Dat alles bij elkaar genomen, durf ik besluiten, dat Breda bij de onderhandelingen niet star en onverzettelijk geweest is, dat het zijn eischen niet onredelijk heeft opgevoerd, dat Princenhage zijn gas nooit veel goedkooper zal kunnen krijgen dan voor den prijs, die Breda vraagt. Wat mij be tref, meen ik dus de houding van Burgemeester en Wet houders te kunnen dekken, al wil ik daarmede niet zeggen, dat de onderhandelingen op dit gebied geheel uitgeput be hoeven te zijn. De kwestie van het mijngas De vragen, die ik hieromtrent heb gesteld, vonden hun oorsprong in het bericht in het Dagblad van Noord-Brabant van 25 Januari j1waaruit moest volgen, dat Breda (en Tilburg) voorshands niet van plan waren hun fabriek te sloopen en principieel afwijzend stonden tegenover het ontvangen van mijngas; zij hebben nog meer relief gekregen, nu blijkens een bericht in het Dagblad van Noord-Brabant van 13 Februari j.l. een aantal gemeenten in West-Brabant over een intensievere gaslevering aan het delibereeren zijn en de Directie der Staatsmijnen de kwestie in studie heeft genomen, waarbij dan al dadelijk wordt op gemerkt, dat van een levering aan West-Brabant niets kan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 156