25 JANUARI 1933. 15 gesteld. Ieder, die hulp behoeft, ieder, die in nood is, vraagt en verwacht ook hulp van de overheid. In tijden van crisis is dit steeds het geval en wordt het eigenbelang met het algemeen belang vereenzelvigd en als zoodanig beschouwd. Dit is menschelijk, Mijnheer de Voorzitter, doch dit neemt niet weg, dat juist daardoor veel, zelfs het onmogelijke wordt gevergd van degenen, die de leiding der stad in handen hebben en als zoodanig er op zijn aangewezen het algemeen welzijn en ook dit alleen te bevorderen. Dat eischt tact, doorzicht, werkzaamheid, waakzaamheid en bedacht zaamheid, eigenschappen, die we in Uw persoon vereenigd vinden. Uw uit den aard der zaak in een toespraak verstrekte be knopte gegevens, doen ons helaas maar al teduidelijk zien, hoe de felle crisis zijn donkere schaduwen ook over onze stad werpt en de toekomst zoo donker maakt. De stijging toch, ik zou kunnen zeggen de onrustbarende stijging van het getal dergenen uit verschillende rangen en standen, die willen werken, doch geen arbeid kunnen vinden, stemt tot groote zorgen. Het feit, dat het elders nog ellen diger is gesteld, neemt niet weg, dat de toestand ook hier ter stede ernstig is. Dat de gemeentelijke bedrijven op peil bleven, werd met groote voldoening vernomendit vooral in verband met het feit, dat de opbrengst der belastingen door de mir.dere inkomsten der burgerij op verscherpte wijze zal dalen. De financieele positie der gemeente moge thans nog gezond genoemd kunnen worden, vast staat nu reeds, dat straks zware offers zullen worden gevergd, wil het evenwicht tusschen inkomsten en uitgaven gehandhaafd blijven. En dit, Mijnheer de Voorzitter U weet het beter dan ik is absoluut noodig, willen wij bij voortduring der slechte tijden steun kunnen blij ven bieden aan onze werklooze medeburgers en Breda voor financieele moeilijkheden in de naaste toekomst reeds, vrijwaren. Zeker, telkens weer duiken berichten op van kentering

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 15