160 9 MAART 1933. Dienst gezien, dat dr. Paijens als plaatsvervangend direc teur f 2000,ontvangt. In verband hiermede is het hem niet duidelijk, waarom het. nu nog noodig is, dien functionaris een extra-gratificatie van f500,toe te kennen voor werk zaamheden, verbonden aan de waarneming van de directeurs functie, want, wat verstaat men dan onder plaatsvervangend directeur De VOORZITTER antwoordt, dat de tweeledige samen stelling van het salaris van dr. Paijens destijds is gecreëerd in verband met de eventueeleontwikkeling van diens particuliere praktijk, ten einde het later te kunnen verminderen. De waardeering voor het plaatsvervangend directeurschap was daarbij niet nauwkeurig afgemetenmen heeft het op die manier alleen mogelijk willen maken één der deelen van het salaris zoo noodig te kunnen wijzigen. De heer MABELIS Maar ik begrijp niet goed, waarom dr. Paijens nu nog een gratificatie van f 500,— moet worden toegekend. De VOORZITTER zegt, dat men hierbij in beschouwing moet nemen, hetgeen die functionaris in het geheel verdient. Zijn werkzaamheden zijn verzwaard gedurende een bepaalden tijd, dat hij echte directeursdiensten heeft verricht, d.w.z. diensten, welke hij niet in zijn gewone functie van plaats vervangend directeur behoeft te verrichten. Zonder verdere bedenkingen word t alsnu conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 68. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om voor den duur der ziekte van den leeraar B. Gokkes te benoemen tot tijdelijk leerares in het Fransch aan het Gymnasium mejuffrouw S. M. Braak.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 160