16 25 JANUARI 1933. in de ellendige toestanden, die wij beleven, maar telkens ook weer wordt de daardoor gewekte hoop door de feiten de bodem ingeslagen. Een bedachtzame, wijze, voorzichtige, maar tevens krachtige leiding blijft dus noodig. Wij weten, dat U den arbeid niet schuwt en niet voor bezwaren terugdeinst, dat U metterdaad het algemeen belang met doortastendheid zult bevorderen. Dat geeft ons ver- trouwen, en moge onder Godes onmisbaren zegen Uw be zielend werk tot heil strekken van deze stad. Namens den Raad zeg ik U dank voor het duidelijke en veelzeggende exposé in Uw rede aan ons verstrekt, voor de goede wenschen ten opzichte van ons geuit, en niet minder voor die tot de burgerij gericht, met welke U zich één voelt en waarvan het wel en wee U ter harte gaat. Ik eindig. Mijnheer de Voorzitter, doch niet dan na Mevrouw Van Sonsbeeck, U en Uw kinderen oprecht te hebben toegewenscht, dat het pas ingetreden jaar Uw gezin nog vele gelukkige en zonnige dagen moge brengen. De VOORZITTER dankt den heer Hou ben voor zijn goede wenschen, ook namens degenen, die door hem in die wenschen zijn betrokken, en den Raad voor de instemming daarmede betuigd. Vervolgens zegt Spr., dat de notulen van het verhandelde in de vergaderingen van 17 November en 14 December j.l overeenkomstig het bepaalde in art. 8 van het reglement van orde voor den Gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen, allereerst voor wat betreft de notulen van 17 November j.l. Niemand daartegen eenige bemerking hebbende, worden deze notulen ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 16