31 MAART 1933.
175
Er worden uitgebracht 27 stemmen, waarvan 25 op den
heer Van Buitenen, terwijl 2 stembiljetten blanco zijn
ingeleverd.
Zoodat de heer J. J. van Buitenen is
benoemd tot voorzitter der Commissie van
toezicht op den dienst der Werkloosheids
verzekering en Arbeidsbemiddeling.
Wethouder VAN BUITENEN verklaart deze benoeming
te aanvaarden.
17. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het
instellen van een commissie ad hoe, welke zich ten doel
stelt, in samenwerking met andere gemeenten uniformiteit
te verkrijgen in de pensionneering van wethouders.
De heer HAALMAN merkt op, dat in dit voorstel staat,
dat bij de wijziging der Gemeentewet in 1931 werd bepaald,
dat een pensioenregeling voor wethouders de goedkeuring
van Gedeputeerde Staten der betrokken provincie behoefde
en dat ter voldoening aan dit voorschrift de verordening,
regelende de pensionneering van de wethouders dezer
gemeente, aan Gedeputeerde Staten is ingezonden. Het
komt Spr. evenwel voor, dat bestaande verordeningen niet
onder dat voorschrift vallen, daar de Wet, houdende
Algemeene Bepalingen der wetgeving van het Koninkrijk,
in art, 4 bepaalt, dat de wet alleen verbindt voor het
toekomende en geen terugwerkende kracht heeft. Nu wordt
van dien regel weieens afgeweken, doch alleen in het geval,
dat in de wet zelve uitdrukkelijk anders wordt bepaald.
Een zoodanige bepaling ontbreekt echter in de herziene
Gemeentewet, zoodat de opvatting van Burgemeester en
Wethouders hem niet juist voorkomt Iets anders zou het
zijn, als de Gedeputeerde Staten met een verzoek bij den
Raad waren gekomen om de verordening te wijzigen ten