31 MAART 1933. 191 naast het St. Ignatius-Ziekenhuis gelegen, meisjes van de K V. 's Zondags sport beoefenen Zulks geschiedt ver moedelijk ook met toestemming van Burgemeester en Wet houders. Spr. zou gaarne zien, dat ook aan clubs van andere richting daarvoor vergunning werd gegeven. De VOORZITTER antwoordt, dat, als men met een concreet voorstel komt, daaraan de noodige aandacht zal worden besteed. Men moet niet denken, dat Burgemeester en Wethouders tegen sportbeoefening zijn en zeker niet tegen sportbeoefening door minder-bedeelden Het terrein, waarvan de K.J.V. gebruik maakt, is niet van de Gemeente; het is het eigendom van de R. K. Huishoudschool of een daarmede verwante stichting. Het Concours-hippique krijgt eens in de vijf jaren de gelden voor een niet te kostbaren wisselbeker; de laatstelijk beschikbaar gestelde heeft f 200.— gekost! Die gelden komen langs andere zijde dubbel en dwars in de gemeentekas terug. Men kan dus in dat geval niet spreken van een subsidie. Wethouder VAN MIERLO zegt, dat men het niet moet voorstellen, of de aanleg van een sportpark in den Boeimeer- polder ad calendas graecas verschoven wordter zit daaraan heel wat vast, als men het behoorlijk opzet. De bedoeling is daarbij gebruik te maken van den nieuw gegraven arm van de Aa of Weerijs. Hiermede is evenwel de toestemming van de betrokken waterschappen gemoeid en hangt hiermede de afwatering van dat riviertje tot aan de Belgische grens samen. In de tweede plaats is voor dien aanleg grond noodig, welke met stukjes en beetjes moet worden aange kocht, waarvoor vaak langdurige onderhandelingen moeten worden gevoerd, teneinde tot een redelijken prijs te komen. Het is wenschelijk hieraan niet te veel ruchtbaarheid te geven en niet steeds in het openbaar over deze aangelegenheid te praten, want hoe meer men erover in het publiek discussieert, hoe duurder men den grond betalen moet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 191