V
198
31 MAART 1933.
f 20.000 heeft bedragen, terwijl die voor 1933 maar wordt
geraamd op f 16.303; d.i. f 3697.—lager. Zijn Burgemeester
en Wethouders zoo noodig ook van plan te komen met een
voorstel om deze lagere rijkssubsidie door een hoogere bij
drage van de Gemeente aan te vullen
Wethouder VAN BUITENEN zegt, dat, nu er gevraagd
is naar het standpunt van de minderheid in het College
een minderheid, welke niet enkelvoudig is hij dat
zal weergeven.
De heer Haaiman heeft verklaard, dat het hem ver
heugt, dat de meerderheid van het College het groote belang
inziet, dat verbonden is aan het ongerept voortbestaan van de
Handelsavondschool. Spr. gelooft gerust te mogen zeggen, dat
de geheele Raad steeds blijk heeft gegeven te sympathiseeren
met die onderwijsinrichting. Het is nog slechts 21/s jaar
geleden, dat men die school niet anders kende dan in den
vorm van een ongeveer zesmaandelijkschen cursus. Toen is
een voorstel van Burgemeester en Wethouders aangenomen
om dien cursus om te zetten in een twaalfmaandelijkschen,
zoodat de omvang van het onderwijs zeer vergroot werd.
Wordt nu de overeenkomstig het rijkssubsidiebesluit bereids
gewijzigde toestand gehandhaafd, dan houdt men toch nog
een tienmaandelijkschen cursus over; men kan in dat geval
niet van afbraak spreken, want men behoudt nog meer dan
2*/2 jaar geleden bestond. Wist men zeker, dat dit het aller
laatste geval was, waarin van Rijkswege bezuinigd werd,
dan zou het Spr. niet zoo moeilijk vallen om met de meer
derheid van het College mee te gaan, maar er zullen straks
nog veel ingrijpender bezuinigingen moeten volgen men zie
b.v. de bezuinigingen op het nijversheidsonderwijs; hier heeft
de Gemeente niets gedaan, volgens Spr. terecht, om die voor
rekening der Gemeente ongedaan te maken. Op tal van andere
zaken zal het Rijk nog meer gaan bezuinigen. Het zal dan
voor de Gemeente ondoenlijk zijn, dat steeds maar aan te
vullen. Daarom is de minderheid van het College van
meening, dat men nu geen precedent mag scheppen. Het zijn