31 MAART 1933.
199
dan ook vooral de consequenties geweest, welke er haar
van teruggehouden hebben met de meerderheid mee te gaan.
De heer Mabelis heeft beweerd, dat de Raad reeds in
de vorige vergadering iets dergelijks als thans wordt voor
gesteld gedaan heeft. Dit is niet juist; de Raad heeft toen
alleen verminderd een al te rigoureuze bezuiniging, namelijk
een onverplicht opgevoerde korting op de bijdrage in de
exploitatie-kosten van een der meest sympathieke onderwijs
instellingen te dezer stede, waardoor die in haar bestaan
werd bedreigd. Beide zaken kunnen niet met elkaar verge
leken worden; het betrof toen iets totaal anders. Nu gaat
het er om een bezuiniging, welke het Rijk heeft aangebracht,
door de Gemeente te doen opvangen. Dit zou een gevaarlijk
precedent zijn in een tijd als deze, waarin men moeite ge
noeg heeft en straks nog meer moeite zal hebben om de
eindjes aan elkaar te knoopen.
De VOORZITTER zegt, dat het hem gemakkelijk wordt
gemaakt het standpunt van de meerderheid van het College
te verdedigen vele leden hebben zich al voor dat stand
punt uitgesproken en daarnaast blijken de argumenten, door
de minderheid aangevoerd, niet sterk te zijn. In de Com
missie van toezicht op de Handelsavondschool heeft men
zich afgevraagd Als het Rijk ons brengt op het idee van
bezuiniging op het handelsonderwijs, moeten wij daaraan
dan maar voetstoots gevolg geven En gedachtig aan de
belangen, welke er voor dat onderwijs op het spel staan,
heeft zij geantwoord Laat ons, als het eenigszins mogelijk
is, behouden wat wij hebben. De meerderheid van het Col
lege van Burgemeester en Wethouders kan zich daarmede
volkomen vereenigen, de minderheid echter meent van de
door het Rijk geboden gelegenheid gebruik te moeten maken om
deze toevallige bezuiniging, waaraan eigener beweging niet
was gedacht, binnen te halen. Het voornaamste argument
daarvoor ismen is bang voor de consequenties, als men
het niet doet. Nu is angst altijd een slechte raadgeefster,
