202
31 MAART 1933.
Gemeente hebben gekeken. Spr. vreest, dat men op den
duur niet zal kunnen voortgaan met jaarlijks f 2500.— in
de kosten van het handelsonderwijs bij te passen. Het zou
daarom goed zijn, als die heeren wat meer angst hadden
voor de financieele toekomst der Gemeente. Te gelegener
tijd zal wel blijken, dat daarvoor alleszins reden was
geweest.
De vergelijking met de St. Janschool gaat volgens Spr.
niet op; deze kon zonder verhoogde subsidie niet voortbe
staan, terwijl het handelsonderwijs, ondanks de daarin aan
gebrachte beperking, nog uitgebreider is dan vroeger.
Wethouder VAN BUITENEN heeft niet van angst
gesproken hij heeft alleen gewaarschuwd voor het scheppen
van een precedent, indien men inbreuk gaat maken op het
bezuinigings-systeem van het Rijk ten opzichte van het
onderwijs.
De heer MABELIS merkt op, dat bedoeld precedent wel
degelijk reeds in de vorige vergadering geschapen is. Verder
zegtSpr., dat, als dit voorstel wordt aangenomen, de Gemeente
niet f 2500.meer gaat betalen aan de Handelsavondschool,
doch als het voorstel niet mocht worden aangenomen, wordt
er wel f 2500.— minder voor dat doel uitgegeven; met
hetzelfde bedrag kan men dus het handelsonderwijs op peil
houden. Men kan dan later nog zien, of men daarmede zal
doorgaan; op het oogenblik bindt men zich daartoe niet.
De VOORZITTER zegt, dat de heer Van Mierlo
het doet voorkomen alsof de uitgaaf voor de Handelsavond
school gelijk te stellen is met de verschillende subsidies,
welke uit de gemeentekas verstrekt worden. Niets is on
juister. Bij de behandeling der gemeentebegrooting voor
1933 had men gelegenheid gehad desgewenscht bezuinigingen
op de uitgaven voor het handelsonderwijs aan te brengen;
men heeft het evenwel niet gedaan, terwijl men alle subsidies