204 31 MAART 1933. ieder vrijelijk verkiezingsreclames geplakt kunnen worden, dan ware het gewenschte resultaat te bereiken geweest. Nu men niet tot het plaatsen van zulke borden overgaat, kan Spr. in den voorgestelden maatregel niet anders zien dan een beetje plagerij, namelijk om het maken van verkiezingspropaganda te bemoeilijken. Hij zal dan ook tegen het voorstel stemmen. De heer KROONE is van meening, dat het resultaat van het straatschilderen wel zeer gering moet worden geachthij kan zich ten minste niet voorstellen, dat iemand zich daardoor zou laten beïnvloeden bij het uitbrengen van zijn stem, en voor de partij in kwestie heeft een stem, op die manier verworven, toch geen blijvende waarde. Spr. dringt er op aan, dat streng worde toegezien op de naleving der verordening. De VOORZITTER meent uit de zwijgzaamheid van het overgroote deel van den Raad te mogen opmaken, dat deze over het algemeen wel met dit voorstel sympathiseert. Het aanbrengen van borden, speciaal voor het aanplakken van verkiezingspropaganda, is niet alleen kostbaar, maar het is ook zeer de vraag, of het wel noodig is; er is immers genoeg gelegenheid om op andere wijze verkiezingspropaganda te maken. De beteekenis van den voorgestelden maatregel ligt in de practische uitvoering; het plakken en kladden op gebouwen en straten wordt nu ook al zooveel mogelijk tegengegaan, doch thans wordt daaraan kracht bijgezet door mogelijke verbaliseering wegens het tusschen 's avonds 10 en 's morgens 6 uur op den openbaren weg vervoeren van eenig aanplakbiljet, plakmiddel, plakgereedschap of eenige kleur- of verfstof. Het is dan ook niet juist, deze aangelegenheid met een lach af te doen en te zeggen „Het zal toch niet helpen". Mocht het gewenschte resultaat inderdaad niet bereikt worden, dan hebben de Raad en Burgemeester en Wethouders thans naar verant woordelijkheid gehandeld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 204