31 MAART 1933. 205 Zonder verdere opmerkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. De heeren Me ij vis, Van Houten, Van Bedaf, Cohen, Haaiman, Visser en Gruijs verzoeken aan- teekening in de notulen, dat zij tegen dit voorstel zijn. 34. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wijziging van de verordening op de heffing van gelden voor het hebben van een standplaats met een woonwagen of een ligplaats met een woonschip binnen de gemeente Breda, in dien zin, dat het daarvoor verschuldigde recht van f 0.25 wordt gebracht op f 0.15 per dag. De VOORZITTER spreekt de verwachting uit, dat nu het verschuldigde recht aanzienlijk wordt verlaagd, dit nu ook regelmatig zal worden voldaan. Wethouder VAN BUITENEN merkt op, dat deze verlaging niet plaats heeft omdat de gemeentekas zooveel voordeel heeft aan deze bron van inkomsten het jaar 1929 heeft de Gemeente nog op het woonwagenkamp toegelegd. Zonder verdere opmerkingen wordt alsnu conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 35. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het aangaan van een nieuw contract met de omliggende gemeenten in zake vleeschkeuring. De heer HAALMAN heeft met genoegen gezien, dat op dit punt overeenstemming is verkregen met de buiten gemeenten en dat is voldaan aan haar rechtmatige verlangens.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 205