214
21 APRIL 1933.
Afwezig de heer Th. P. ELICH.
Voorzitterde heer Mr. Dr. W. G. A. VAN SONS-
BEECK, burgemeester.
Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW.
De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede,
dat van den heer Elich bericht is ingekomen, dat hij ver
hinderd is deze vergadering bij te wonen.
Vervolgens verzoekt Spr. den leden van den Raad zich
eenige oogenblikken van hun zetels te verheffen nu rr.en
staat aan den vooravond van de begrafenis van den heer
H. A. Sassen, die drie-en-twintig jaren lang een ijverig
lid is geweest van dat college en ook eenige jaren deel heeft
uitgemaakt van het stadsbestuur als wethouder van deze
gemeente. Zijn nagedachtenis zal te Breda in eere blijven.
Nadat de leden wederom gezeten zijn, zegt Spr., dat de
notulen van het verhandelde in de vergadering van 9 Maart
j.l., overeenkomstig het bepaalde in art. 8 van het reglement
van orde voor den Gemeenteraad, ter inzage voor de leden
hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden,
en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan
verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden
heeft te brengen.
De heer VAN DE VEN wenscht op blz. 144, 8sten
regel van onderen, de woorden „de heer Van Staverden''
te zien geschrapt, aangezien genoemde heer geen lid is van
den Utrechtschen Raad.
Voormelde notulen worden hierop, met inacht
neming van deze wijziging, goedgekeurd en vast
gesteld.
Alsnu stelt de VOORZITTER aan de orde
1. Besluiten van de Gedeputeerde Staten van Ncoid-
Brabant, als