21 APRIL 1933.
217
„van brandgevaar, (z.g. loodgieterswet), Nuttige Dierenwet,
„Drankwet, Hinderwet, Jachtwet, Loterijwet, Mollen-, Egels-
„en Kikvorschenwet, Motor- en Rijwielwet, Wet op het
„Nederlanderschap en Ingezetenschap, Pandhuiswet, Rijwiel-
„belastingwet, Wet op de Spoorwegen (voor zooveel noodig
„ook die met beperkte snelheid), Vreemdelingenwet en
„Vestigingsverdrag, Trekhondenwet, Veewet, Veiligheids-
„wet, Wet op Vereeniging en Vergadering, Wet Openbare
„Middelen van Vervoer, Visscherijwet, Vleeschkeuringswet,
„Vogelwet, Wapenwet, Vuurwapenwet, Wet Woonwagens
„en Woonschepen, Winkelsluitingswet en IJkwet.
„Zoodra de concept-algemeene politieverordening, welke
„bij de commissie voor de strafverordeningen in voorbe
reiding is, door den Raad zal zijn vastgesteld, zal ook deze
„in behandeling worden genomen.
„De Hoofdinspecteur onderwijst de Wetboeken van Straf
recht en Strafvordering, de Grondwet en het opmaken van
„processen-verbaal bij misdrijven en overtredingen.
„De Inspecteur van politie le klasse geeft onderricht in
„Nederlandsche taal, rekenen, aardrijkskunde, geschiedenis
„en wat verder tot het gebied van allernoodzakelijkste
„algemeene ontwikkeling mag worden gerekend.
„Een inspecteur van politie 2e klasse geeft lessen in
„wetenschappelijke speurkunst.
„Om de lessen van den Commissaris en den Hoofdinspec
teur, die zich tot het nauwste politioneele gebied beperken
„met eenige vrucht te kunnen volgen, is een basis van al-
„gemeene ontwikkeling vereischt, waaraan de inspecteur le
„klasse, die in het bezit is van de akte L.O. zijn krachten
„geeft, terwijl de lessen van den inspecteur 2e klasse dienen
„om de agenten op een belangrijk onderdeel van hun taak,
„n.l. het waarnemen van bij opsporing van misdrijven en
„overtredingen belangrijke feiten, op de hoogte van hun
„tijd te houden.
„Aan den cursus wordt op het oogenblik deelgenomen
