224 21 APRIL 1933. e. dat, wanneer binnen negen maanden na de dagteekening van dit besluit van de verleende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend; c. dat op de overblijvende open ruimte niets worde gebouwd of opgericht; d. dat, ter voldoening aan artikel 6 der Woning wet, de vereischte teekeningen, ingericht volgens artikel 105 der Bouwverordening, aan Burgemeester en Wethouders ter goed keuring worden aangeboden en onder bepaling, dat bij niet-voldoen aan één dezer voorwaarden, de verleende ont heffing vervalt. 11. Adres van de N.V. Handelmaatschappij voorheen C. Raming, daarbij verzoekende haar ontheffing van artikel 15 der Bouwverordening te willen verleenen voor den bouw van een pakhuis met garage aan de Nieuwstraat. De VOORZITTER geeft in overweging, dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. Daartoe wordt besloten. 12. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, waarbij in overweging wordt gegeven gunstig te beschikken op een aanvraag van A. Speekenbrink om ontheffing van art. 15 der Bouwverordening, voor het bouwen van een schuurtje op het perceel Vierwindenstraat no. 20. Zonder eenige bedenking wordt besloten, adressant de gevraagde ontheffing te verleenen onder de navolgende voorwaarden:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 224