21 APRIL 1933. 231 „moeten voldoen, b) hoe in een register van de handelingen „van den geldschieter moet blijken, c) op welke uren de „banken gesloten moeten zijn, d) welke beroepen of bedrijven „niet in het perceel, waarin de geldschietbank wordt ge houden, mogen worden uitgeoefend. „Hier ter stede zijn een viertal banken gevestigd, die onder „de regeling van de geldschieterswet vallen. Het komt ons „wenschelijk voor t.a.v. van die punten, waartoe de wet „vrijheid laat, aanvullende bepalingen te treffen. „De gedachte regeling is neergelegd in bijgaande concept- „verordening, waarvan artikel 1 betrekking heeft op de „localiteitenartikel 2 op de openingsuren; artt. 3 tot en „met 5 op het register en artikel 6 op de bedrijven, die niet „in hetzelfde perceel mogen zijn ondergebracht. „Een model van het register, dat vaststelling door Uwen „Raad behoeft, wordt hierbij overgelegd. „Wij hebben de eer Uwen Raad voor te stellen over te „gaan tot vaststelling van bijgaande concept-verordening met „model, hetgeen de instemming heeft van de Commissie voor „de Strafverordeningen. Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. 25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot her ziening van de verordening op de heffing en invordering van rechten voor diensten der gemeente-reiniging, luidende als volgt: „Verscheidene omstandigheden maken het gewenscht de „bestaande verordening op de heffing en invordering van „rechten voor diensten der gemeente-reiniging (gemeente- „blad No. 519) te herzien. „Zoo zijn enkele artikelen nog gebaseerd op paardentractie. „Verder wordt gerekend met tenders van 1300 liter, welke niet „meer aanwezig zijn. Vervolgens moeten enkele rechten „gewijzigd worden, daar de mestwaarde der faecaliën ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 231