21 APRIL 1933.
233
welke jaarlijks grooter worden. Nu behartigt deze dienst
niet alleen het algemeen belang, doch ook particuliere be
langen. Daarom zou Spr. gaarne zien, dat eens werd nage
gaan, of de tarieven voor particuliere diensten niet verhoogd
behooren te worden.
De heer MEIJVJS vraagt, of er nog een overeenkomst
met Princenhage bestaat, betreffende het ledigen van beer
putten, en zoo ja, of die dan ook niet herzien behoort te
worden. Ook zou Spr. gaarne weten, of Burgemeester en
Wethouders een verzoek tot het aangaan van een dergelijke
overeenkomst met Ginneken hebben afgewezen, en zoo ja,
wat daarvan de reden is.
Wethouder BRANTJES antwoordt den heer Van de
Ven, dat het inderdaad juist is, dat de jaarlijksche tekorten
steeds grooter worden, doch deze tekorten komen niet voort
uit de diensten, welke voor particulieren verricht worden,
doch uit het bedrijf zelf, vooral de onderdelving aan den
Terheijdenscheweg is daaraan debet; zij betreffen voor 98°/0
den algemeenen dienst, zoodat het onbillijk zou zijn ze op
de kleine categorie der particuliere diensten te verhalen.
Ook moet men niet uit het oog verliezen, dat met die
particuliere diensten tevens een hygiënisch belang gemoeid is.
Gaat men nu de tarieven voor die diensten opdrijven, dan
zal dit ten gevolge hebben, dat men daarvan zoo weinig
mogelijk gebruik gaat maken, hetgeen dus niet in het
algemeen belang zou zijn.
Den heer Meijvis antwoordt Spr., dat hij in dit voorstel
geen aanleiding kan vinden om de overeenkomst met
Princenhage, welke inderdaad bestaat, te herzien. Van een
offxcieele aanvraag van het gemeentebestuur van Ginneken,
betreffende het aangaan van een overeenkomst in zake het
ledigen van beerputten, is hem persoonlijk niets bekend.
Spr gelooft niet, dat er dezerzijds reden zou zijn om op een
zoodanige aanvraag, indien zij werd gedaan, in te gaan.