234 21 APRIL 1933.
De heer Haaiman heeft zich beklaagd over de slordige
wijze, waarop deze ontwerp-verordening is ingediend.
Afgezien van de overdrijving, welke daarin schuilt, herinnert
Spr den heer Haaiman aan diens recht om amendementen
in te dienenniets staat hem in den weg om daarvan
gebruik te maken.
De VOORZITTER deelt mede, dat van het gemeente- k
bestuur van Ginneken inderdaad een verzoek is ingekomen
van de strekking als door den heer Meijvis bedoeld.
Zulks heeft plaats gehad vóór het wethouderschap van den
heer Brantjes, vandaar dat hem niets daarvan bekend is.
Aan de aanvraag was bezwaarlijk tegemoet te komen, daar
Ginneken lediging van beerputten op groote schaal wenschte.
Den heer Haaiman wenscht Spr. er opmerkzaam op te
maken, dat men op tweeërlei wijze critiek kan uitoefenen
in de eerste» plaats opbouwend, namelijk door amendementen
in te dienen door het veranderen van een enkel woord
kan in dit geval het gewenschte resultaat bereikt worden
en in de tweede plaats afbrekend, zooals de heer Haaiman
doet; er geschiedt dan niets nuttigs.
De heer VAN DE VEN geeft eenige voorbeelden van
werkzaamheden, welke door den Reinigingsdienst verricht
worden en waaraan wel degelijk particuliere belangen ver
bonden zijn. Spr. meent zich ook nog te herinneren, dat in
het voorstel betreffende de straatbelasting met geen woord
werd gerept over de diensten der gemeente-reiniging.
Daardoor blijft de mogelijkheid open om voor die diensten
rechten te heffen aan het weghalen van het huisvuil is tot
op zekere hoogte toch ook een particulier belang verbonden.
Nu de tekorten op dit bedrijf jaarlijks grooter worden,
vindt Spr. het billijk, dat van particuliere zijde verder dan
tot dusver geschiedde in de kosten daarvan wordt bijgedragen.
Hij zal hiervan nu geen voorstel maken, doch hij dringt er
bij Burgemeester en Wethouders op aan, in de naaste
toekomst met zijn opmerkingen rekening te houden.