21 APRIL 1933. 237 De heer HAALMAN verklaart, zich met het amendement van den heer Venker te kunnen vereenigen. Het amendement van den heer Venker wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Artikel 2 wordt vervolgens met inachtneming van deze wijziging goedgekeurd en vastgesteld. Artikel 3 wordt eveneens met inachtneming van die wijziging goedgekeurd en vastgesteld. Artikel 4. De VOORZITTER geeft, naar aanleiding van de door den heer Haaiman in eerste instantie gemaakte opmerkingen en het amendement van den heer Venker, in overweging, in plaats van „Daarvoor heeft het ruimen gemiddeld één maal in de vier weken plaats en bedraagt de maximum af stand van den putrand tot de modder-auto 30 M." te lezen „Daarvoor heeft het ruimen gemiddeld éénmaal in de vier weken plaats. Dit tarief geldt, wanneer de maximum afstand van den putrand tot de grens van het perceel aan de zijde van de openbare straat 30 M. bedraagt". De heer HAALMAN kan zich daarmede vereenigen. De heer VAN KEEP vraagt, of bedoeld tarief berekend is naar het gebruik van één slangenwagen. Wethouder BRANTJES antwoordt, dat inderdaad bij de oude verordening, toen nog gebruik gemaakt werd van paarden-tractie, het tarief berekend is naar het gebruik van één slangenwagen. Tegenwoordig is het medevoeren van enkele slangen meer geen bezwaar. De heer HAALMAN merkt nog op, dat in plaats van de woorden „voor eiken meerderen afstand van 10 M. of minder", zal moeten worden gelezen „voor eiken meerderen afstand van 10 M. of gedeelte daarvan".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 237