244 21 APRIL 1933. De artikelen 1 en 2 worden zonder eenige bedenking goedgekeurd en vastgesteld. Artikel 3. De heer HAALMAN wijst er op, dat in dit artikel wordt gesproken van „het bepaalde in de laatste alinea dezer artikelen", terwijl niet blijkt welke artikelen bedoeld worden. De VOORZITTER antwoordt, dat daarmede de in den aanhef genoemde artikelen 4 en 5 der heffingsverordening bedoeld worden. De heer HAALMAN verklaart zich bij nader inzien met de redactie te kunnen vereenigen. Artikel 3 wordt daarop goedgekeurd en vast gesteld. De overige artikelen der ontwerp-invorderings- verordening worden zonder eenige bedenking goedgekeurd en vastgesteld. De ontwerp-invorderingsverordening wordt vervolgens in haar geheel goedgekeurd en vast gesteld. 26. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, naar aanleiding van een van de Gedeputeerde Staten ontvangen schrijven, houdende bedenkingen tegen het raadsbesluit tot het waarborgen eener geldleening, te sluiten door de N.V. „Sportfondsenbad-Breda", luidende als volgt: „Het College van Gedeputeerde Staten zond eenige „bemerkingen op het ter goedkeuring ingezonden besluit „tot het waarborgen van rente en aflossing eener geldleening „aan te gaan door de N.V. Sportfondsenbad-Breda.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 244