246 21 APRIL 1933. „sluitend maken der begrooting 1933. Te dien einde moet „allereerst worden nagegaan, of alle begrootingsposten wel „op dezelfde bedragen kunnen worden gehandhaafd. Dit „blijkt niet het geval te zijn. Door na het opmaken dier „begrooting bekend geworden omstandigheden, dienen enkele „ramingen te worden herzien. „Zoo werd bij beschikking der ministers van binnenlandse he „zaken en financiën d d. 20 Januari 1933 de uitkeering per „inwoner uit het gemeentefonds nader vastgesteld op „f 9.09181, terwijl bij de becijfering van de opbrengst „geraamd op volgnr. 6 werd uitgegaan van een inwoner- „uitkeering, zooals die voorloopig was vastgesteld op „f 8.88603. Hierdoor kan op het onderdeel a. van dezen „post meer worden geraamd f 7099.56 en op onderdeel b. „f 2338.90, of in totaal f 9438.46. „Verder dient wijziging te worden gebracht in de raming „van den post volgnr. 626, waarop wegens bijdrage aan „scholen voor buitengewoon lager onderwijs is uitgetrokken „f 4650. Bij uw besluit van 9 Maart 1933 werd de uit- „keering per leerling verhoogd, waardoor bedoeld bedrag „moet worden opgevoerd tot f 5407.derhalve een ver meerdering van f 757. „Andere raadsbesluiten, genomen na het samenstellen der „begrooting, gaven ook nog aanleiding tot wijziging. Deze „zijn echter reeds aangebracht, zoodat thans daarmede geen „rekening meer behoeft te worden gehouden „Uiteraard hebben wij ook nog in nadere overweging „genomen de posten betreffende steun aan werkloozen en „werkverschaffing (volgnrs. 733, 734 en 736). Bij eerst- „genoemden post (volgnr. 733) bleek, dat in het tijdvak van „1 Januari 1933 tyin 18 Maart d.a.v. (11 weken) werd uit gekeerd aan uitgetrokken werkloozen een bedrag van „f 57.912.22, waarin begrepen de huurtoeslag, die aanving „13 Februari j.l. en t/m 18 Maart ongeveer f 450..per „week bedroeg.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 246