21 APRIL 1933. 24 7 „Het volgend staatje geeft een overzicht van deze uit- „keeringen „7 Januarif 4838 22 „14 - 2223.35 „21- 2188.43 „28 - 2179.58 „4 Februari- 3673.34 „11 - 5855.34 „18 - 6848.38 „25 - 7657.23 „4 Maart - 7358.31 „11- 7510.23 „18 - 7579.81 „Uit deze cijfers blijkt, dat het uitgekeerde bedrag in de „eerste weken ver blijft beneden het bedrag der latere weken. „Dit verschijnsel zal zich in de eerste weken van het „tweede halfjaar herhalen en vindt zijn oorzaak in de „omstandigheid, dat gedurende deze eerste weken een „aantal werkloozen uitkeering uit de werkloozenkassen „ontvangt, waardoor de steunverleening ontlast wordt. „Gezien de toeneming van het aantal steuntrekkers en „daarnaast rekening houdende met de aanstaande zomer- „maanden kan het in het tijdvak van 18 Maart einde Juni „(15 weken) uit te keeren steunbedrag op gemiddeld f 8000.— „per week gesteld worden In dit tijdvak zal mitsdien naar „raming worden uitgekeerd 15 X f 8000.f 120.000. „Hierbij moet nog worden gesteld de huurtoeslag te ramen „op 15 X f 450.f 6750. In het eerste halfjaar zal „mitsdien in totaal worden uitbetaald wegens steun aan „uitgetrokken werkloozen „1 Januari t/m 18 Maartf 57.912.22 „18 Maart t/m 30 Juni- 120.000.— „idem huurtoeslag- 6.750.— totaal f 184.662,22

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 247