306 12 JUNI 1933. 47. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op een verzoek van bewoners van het Westerkwartier, om eenige voorzieningen te treffen met betrekking tot den Bredascheweg, het Dr. Jan IngenHouszplein en den Haag- weg, luidende als volgt: „Naar aanleiding van het vijftal verzoeken in het hier- „bijgaande adres van bewoners uit de omgeving van het „Dr. Jan IngenHouszplein vervat, hebben wij de eer U „het volgende mede te deelen Ad I. Overneming in beheer en onderhoud van den Bredascheweg van de Dijklaan tot aan de gemeente-grens. „De wenschelijkheid om de traversen van rijkswegen „voor zoover gelegen binnen de grenzen der gemeente, „aan de gemeente in eigendom te doen overgaan wordt „beaamd. Sinds geruimen tijd zijn met den Minister van „Waterstaat onderhandelingen gaande over de overdracht „van den Bredascheweg, den Terheijdenscheweg, de Ceres- „straat en den Teteringschedijk (Hooge Steenweg) T. z. t. „zullen Uwen Raad daarover nadere mededeelingen worden „gedaan. Ad II. Het bestraten van den berm aan de Zuidzijde van den Bredascheweg. „Deze bestrating, die enkele duizenden guldens zal kosten, „kan worden aangebracht, 'nadat de overdracht van den „weg aan de gemeente een feit zal zijn geworden. De „toestand van den berm eischt niet zoodanige dringende „verbetering, dat in het stadium, waarin de overneming „van de traversen der rijkswegen zich bevindt, afzonderlijke „pogingen om tot bestrating te komen noodzakelijk zijn. Ad. Ill en IV. Betere verlichting van het Dr. Jan IngenHouszplein en den Haagweg. „Na onderzoek is gebleken, dat inderdaad de verlichting „te wenschen laat. Bijgaande situatieteekening toont hoe „daarin kan worden voorzien. Op de punten 1 en 2 kunnen „lantaarnpalen van 4 Meter hoogte met voldoende sterke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 306