12 JUNI 1933. 309 ongelukken plaats hadden. Zoo is het ook iets verder op den weg gesteld daar is de weg tusschen trottoir en tramrails tot huisnummer 57 bestraat, met het andere gedeelte tot den aanvang der Gemeente is zulks niet het geval, terwijl het Princenhaagsche gedeelte daar wel in orde is; daarvoor zal men toch ook wel de toestemming van het Rijk gehad moeten hebben. Nogmaals, Mijnheer de Voorzitter, het is te hopen, dat deze zaak nu spoedig in orde zal worden gebracht en niet gewacht zal worden tot het te laat is. Wat punt 3 en 4 van dit adres betreft, Mijnheer de Voorzitter, zegt het College „Na onderzoek is gebleken, dat de verlichting aldaar „te wenschen laat. „Op de punten 1—2 (zie bijgevoegde teekening) kunnen „lantaarnpalen van 4 M. hoogte met voldoende sterke „lampen geplaatst worden op de punten 3 4 kunnen de „bestaande lantaarnpalen door hoogere vervangen worden, „terwijl de lichtsterkte wordt opgevoerd. Paal 5 ware te „verplaatsen van pand Bredascheweg 4 naar 8, terwijl op „het verhoogd middenpad een richtingswijzer zal worden „geplaatst." Ik zie de noodzakelijkheid niet in, Mijnheer de Voorzitter, om de bestaande lantaarns, welke zijn geplaatst op den Haagweg, hoek Oranjeboomstraat, en Haagweg, hoek Dijklaan, door hoogere te vervangen dat zal niet helpen in de verlichting, waar het juist om gaatde slechte ver lichting zit hem juist in het gedeelte in de omgeving van het politieposthuisje. Wanneer daar, volgens mijn bescheiden meening, vanaf het politieposthuisje naar de overzijde van den weg een electrische spanning werd gemaakt, zooals er zijn aan den Nieuwe Haagdijk en de Fellenoordstraat en in verschillende andere stadsgedeelten, met lampen met een behoorlijke lichtsterkte, dan zou dat veel meer effect hebben. Vervolgens zou op het verhoogde middenpad, wanneer dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 309