12 JUNI 1933.
321
„Opgemerkt wordt, dat voor het rioleeren van de
„„Zaanmark" toestemming noodig is van het Waterschap
„„de Bovenmark".
„Wij hebben de eer U voor te stellen, voor het treffen
„van deze voorzieningen een crediet van f 790-beschik
baar te stelleri, waarna terstond opdracht tot uitvoering
„zal worden gegeven".
De VOORZITTER deelt mede, dat de toestand gerust
stellend is; op hygiënisch gebied bestaat er geen bezwaar
tegen bet water in de zweminrichting „Boeimeer"; de aan
wezigheid van ratten is niet geconstateerd, hetgeen niet
wegneemt, dat men het mogelijke moet doen om ze te
voorkomen en te weren.
De heer MEIJVIS vestigt er de aandacht op, dat aan
dé achterzijde van de Balfortstraat, langs het water, vele
ratten zijn te zien.
Wethouder VAN MIERLO antwoordt den heer Meijvis,
dat bedoeld water niet in communicatie staat met het
water der zweminrichting „Boeimeer". Dat daar ratten
voorkomen, ligt veel aan de buurtbewoners zelfzij werpen
er allerlei afval neer.
Zonder verdere opmerkingen wordt daarop
conform het voorstel van Burgemeester en Wet
houders besloten.
57. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
beschikbaarstelling van een crediet voor het maken van
kleedcellen enz bij de in aanleg zijnde zweminrichting in
het Sportpark Boeimeer", luidende als volgt
„Zooals Uw Raad bekend is werd in 1931 in den
„Boeimeerpolder een groote kom gegraven in werk verschaffing,