334
12 JUNI 1933.
weg te nemen, welke thans bestaat tegenover de handelaars,
die een kleine standplaats op de kermis hebben gehuurd.
Het verleenen van ontheffing zal onder de oogen moeten
worden gezien. Het komt Spr. evenwel beter voor, zulks
met betrekking tot het ventverbod aan den toegang tot
het Mastbosch niet te doen.
Zooals men ziet heeft de voorgestelde maatregel een
zeer beperkte strekking. Het is noodig, dat hij direct wordt
ingevoerd.
De heer VAN DER VEN vraagt, of men het publiek
niet op doeltreffende wijze attent kan maken op het euvel
van het neerwerpen van leege hulzen en papieren in de
laan langs het Mastbosch.
De VOORZITTER antwoordt, dat de voorgenomen
maatregel tevens aan dit euvel een einde zal maken.
Zonder verdere opmerkingen wordt daarop
conform het voorstel van Burgemeester en Wet
houders besloten, waarmede tevens een beslissing
is genomen op het adres, voorkomende onder
punt 9 der agenda.
65. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het
opnieuw vaststellen van een winkelsluitingsverordening,
luidende als volgt
„De Minister van Economische Zaken en Arbeid heeft
„eenige opmerkingen gemaakt met betrekking tot de ter
„goedkeuring ingezonden verordening op de Winkelsluiting,
„vastgesteld in Uw vergadering van 29 April 1932.
„Een nieuw ontwerp dezer verordening wordt U hierbij
„overgelegd, waarin rekening is gehouden met eenige
„wenschen van den Minister, met de jongste jurisprudentie
„van den Hoogen Raad en met behoeften aan afwijking