1- m 344 12 JUNI 1933. een z g. seizoensbepaling profiteerthet zou dus onbillijk K zijn, als Breda daartoe niet in de gelegenheid werd gesteld P lit De heer MABELIS zegt, dat het inderdaad zoo is als b< de Voorzitter heeft opgemerkt: het kon altijd nog erger d< zijn. Maar daartegenover staat, dat, zooals de heer Van V Arendonk zelf heeft verklaard, de banketbakkers met de w bewuste vier uren per Zondag tevreden waren, mits hun m artikelen niet op andere plaatsen verkrijgbaar zouden zijn. g( Is dat nu zoo'n groot bezwaar, dat men daarvoor den hi ideëelen kant van de zaak op zijde moet zetten? Spr. be antwoordt die vraag beslist ontkennend. Voorts vraagt Spr., waarom nu de sigarenwinkels weer ki in de voorgestelde regeling betrokken worden Vele sigaren- kï winkeliers waren blij met hun Zondagsrust. Nu komt het al in de practijk hierop neer, dat alle sigarenwinkels weer op zc Zondag open moeten zijn. ai De heer Loonen heeft er op gewezen, dat er op dit v< gebied tusschen hem en zijn fractiegenooten, eenerzijds en bc Spr. anderzijds, nogal verschil van opvatting bestaat. „Wij d; Katholieken, kijken eenigszins anders tegen de zaak aan dan v; de heer Ma bel is", heeft de heer Loonen gezegd. Men kt moet het nu echter niet willen voorstellen alsof datgene, te waarvoor Spr. hier het pleit voert, nu zoo iets uitzonderlijks is en alsof alle geestverwanten van den heer Loonen er v< zoo over denken als hij. Spr. verwijst den heer Loonen d« in dit verband naar hetgeen er bij de behandeling van de wet in de Tweede Kamer heeft plaats gevonden. Toen werd namelijk door Prof. Dr. H. Visscher een araendement in gediend op artikel 9, hetwelk bij aanneming het onmogelijk v; zou maken bij gemeentelijke verordening de winkels op Zondag langer open te houden dan de wet aangeeft Voor w dit amendement stemden 21 R.K. Kamerleden, namelijk de v, heeren Engels, Kortenhorst, Uyen, Nolens, Bon- gaerts, J. Vos, Suring, V a n W ij n b e r g e n, Teulings, ge Hermans, Kampschöer, Aalberse, Mej. Meijer, b,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 344