12 JUNI 1933. 347 De heer HOUBEN merkt op, dat de le Pinksterdag nimmer in de maanden Juli en Augustus kan vallen; het heeft derhalve geen zin om, zooals in de eerste alinea van dit artikel geschiedt, te spreken van „wanneer deze dag" (bedoeld wordt le Pinksterdag) „niet in de genoemde maanden" Juni, Juli en Augustus) „valt". Spr. stelt daarom voor, die woorden te vervangen door de volgende; „wanneer deze dag niet in eerstgenoemde maand" Juni) „valt". Met inachtneming van deze wijziging wordt dit artikel goedgekeurd en vastgesteld. Artikel 2 wordt ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. Artikel 3. De heer HAALMAN merkt op, dat het onder C ver melde gevoeglijk kan vervallen, aangezien dit in de wet geregeld is. De VOORZITTER zegt, dat de opmerking van den heer Haaiman volkomen juist is. Spr. geeft derhalve in overweging, de alinea C te schrappen. Met inachtneming van deze wijziging wordt artikel 3 goedgekeurd en vastgesteld. Artikel 4. De heer MABEL1S heeft zich afgevraagd, wat de strekking en de gevolgen van dit artikel zijn. Als men aanneemt, dat de begraafplaatsen doorgaans 's morgens en de ziekenhuizen des middags bezocht worden, dan komt deze bepaling practisch hierop neer, dat de bloemenwinkels den geheelen Zondag geopend mogen zijn. Voorts doet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 347