348 12 JUNI 1933. zich de vraag voor: Hoe is het te contröleeren, of de bloemen, die gekocht worden inderdaad voor de begraaf plaats of voor ziekenbezoek zijn bestemd? Het komt Spr. voor, dat door deze bepaling de bloemenwinkels, welke in de nabijheid van ziekeninrichtingen of begraafplaatsen zijn gelegen, in groote mate bevoorrecht worden boven de andere bloemenwinkels. De Minister, zegt Spr., zal het wel beter weten dan ik, doch mij lijkt deze uitzondering onjuist. De VOORZITTER geeft toe, dat deze bepaling eigenlijk door den Minister in de pen is gegeven. Spr. erkent, dat feitelijk een ruime toepassing van den bloemenverkoop op Zondag daarvan het gevolg zal zijn, doch men, moet hierbij in aanmerking nemen, dat het een artikel betreft, dat aan bederf onderhevig is. De heer MABELIS wijst er op, dat hier al jaren geleden, door een vereeniging van bloemisten, een actie is gevoerd om bloemenverkoop op Zondag te verbieden. De heer PLEIJTE komt op tegen het gebruik van het woord vanaf" in dit artikel. Spr. geeft in overweging, in casu liever te spreken van „van een half uur vóór den aanvang van den bezoektijd af tot het einde daarvan''. Met inachtneming van deze wijziging wordt dit artikel goedgekeurd en vastgesteld. Artikel 6 wordt zonder eenige bedenking goed gekeurd en vastgesteld. Vervolgens wordt de ontwerp-verordening in haar geheel, met inachtneming van de daarin aangebrachte wijzigingen, goedgekeurd en, vast gesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 348