12 JUNI 1933. 353 3. Den heer LOONEN is het opgevallen, dat juist op de Pinksterdagen, wanneer hier vele vreemdelingen plegen te vertoeven, spuiing van de singels heeft plaats gehad, waardoor een zeer lage waterstand ontstond met als gevolg een hinderlijken stank, die door de gansche stad viel waar te nemen. Wethouder VAN MIERLO antwoordt, dat dit feit ook hem zoodanig gehinderd heeft, dat hij zich tot de bevoegde autoriteiten heeft gewend ten einde dit euvel weg te nemen. Spr. heeft daarmede inderdaad succes gehad, want na twee dagen waren de singels weder op het gewone peil gebracht. 4 De heer VAN DE VEN wil even terugkomen op de vragen, welke door hem aan Burgemeester en Wet houders zijn gesteld naar aanleiding van door de Arbeiders pers verspreide geruchten over voorgekomen onregelmatig heden bij de Arbeidsbeurs te Breda. Weliswaar is aan die vragen en het daarop gegeven antwoord voldoende publi citeit gegeven, doch Spr. kan toch niet nalaten hier een woord van protest te laten hooren tegen de lichtvaardige wijze, waarop dergelijke sensationeele berichten gelanceerd worden. Op die manier worden reputaties bedorven, zonder dat daarvoor ook maar de minste reden bestaat. Spr. vindt dit geen juiste handelwijze, vooral niet voor een blad, dat er prat op gaat de arbeiders goed voor te lichten. Alsnu sluit de VOORZITTER de openbare vergadering, welke daarop overgaat in eene met gesloten deuren. De Voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 353