4 AUGUSTUS 1933.
393
loosheid, wil Spr. zeggen, dat in den tegenwoordigen
tijd arbeidsbesparing nauwelijks een voordeel mag
worden genoemd.
Overigens wil Spr. ten aanzien van de rentebesparing,
welke met den aankoop bereikt wordt, nog zeggen, dat
deze vrijwel illusoir is. Gaan de biljetten vóór den vervaldag
uit, dan verkrijgt men geen rente, omdat practisch de
menschen toch niet eerder betalen; gaan de biljetten te
laat uit, dan verliest men rente. Van renteverkrijging is dus
geen sprake. Ook begrijpt Spr. het vervaardigen van dupli
caten niet, aangezien deze totaal overbodig zijn; men heeft
aan één kohier genoeg
Spr. blijft van meening, dat de machine niet moet worden
aangeschaft. Hij wil wachten, totdat de behoefte aan een
dergelijke machine inderdaad vaststaat.
De heer LOONEN zou ook willen wachten met het
aanschaffen der machine totdat zij noodig is. Over eenige
jaren worden dergelijke machines wel goedkooper, zoodat
ook dit voordeel daarmede wordt bereikt.
De heer BROOS zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter.
Nu wij hier behandelen een voorstel van Burgemeester
en Wethouders om over te gaan tot het aanschaffen van
een boekhoudmachine voor het opmaken van belasting
kohieren enz. wil ik daarover ook eenige opmerkingen
maken. Het kan zeker goed zijn, zelfs in dezen tijd van
groote werkloosheid, voor een vlugge en doelmatige dienst
uitvoering machines aan te schaffen, wanneer dit om finan-
cieele of andere redenen in het belang der Gemeente is,
doch thans blijkt, dat deze machine nog maar een klein
gedeelte van het jaar noodig is en voor het te verrichten
werk de aanschaffing voor de Gemeente niet voordeeliger
is dan indien het zelfde werk met de hand geschiedt, daar