394 4 AUGUSTUS 1933. de kosten van die machine in 20 jaren zal bedragen f6965.. waaronder de kosten voor 176 werkuren of f 135. per jaar, terwijl zonder die machine, volgens berekening van den heer W. van de Ven, die kosten in 20 jaren zullen bedragen f7050. waaronder de kosten voor 470 werk uren en f 352.50 aan loon per jaar. Daar nu Burgemeester en Wethouders zich in het algemeen mat deze cijfers kunnen vereenigen en dus aangenomen mag worden, dat zonder aanschaffing van die machine er voor een persoon 294 uren meer werkgelegenheid zal zijn tegen een loon van f 217.50 per jaar, en daar afgezien van andere voordeelen voor het te verrichten werk momenteel het aanschaffen van die machine voor de Gemeente niet voordeeliger is dan handwerk, terwijl het niet-aanschaffen van die machine meer werkgelegenheid geeft, zoo is het mijn meening, dat thans nog niet tot het aanschaffen van die machine moet worden overgegaan. Wethouder VAN BUITENEN zegt, dat hier noch sprake is van een principieele, noch van een levenskwestie. Men heeft zwaar geschut, b. v. de werkloosheid, in stelling ge bracht tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De werkloosheid wordt tegenwoordig bij elk onderwerp te pas gebracht. Den heer Van de Ven wil Spr. opmerken, dat Bur gemeester en Wethouders niet gezegd hebben, dat het niet aanschaffen der machine geen personeelsuitbreiding ver oorzaakt, doch, dat door het aanschaffen van deze machine personeelsuitbreiding stellig eenige jaren wordt voorkomen. De VOORZITTER leest voor wat Burgemeester en Wethouders ten aanzien van de personeelsuitbreiding in hun voorstel gezegd hebben. Daaruit blijkt volkomen, dat de heer Van de Ven dit gedeelte niet juist voorstelt. Bij de minste normale uitbreiding van werkzaamheden, zal het tot personeelsuitbreiding moeten komen. Spr. geeft toe,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 394