4 AUGUSTUS 1933. 395 dat elke machine kan haperen. Het voornaamste is echter, dat het publiek er mede gediend is, als de biljetten op tijd kunnen uitgaan; dat kan, indien deze machine wordt aan geschaft. Economisch en administratief-technisch vindt Spr. dezen aankoop wel te verdedigen. De heer VAN DE VEN merkt op, dat het gaat over de vraag, of de machine noodig is; thans wordt de machine gevraagd, terwijl het blijkt, dat zij niet noodig is; hierin is naar zijn meening, geen mentaliteit van zuinigheid te be speuren. Door het niet-aanschafFen der machine zullen er 138 uren meer met de hand gewerkt moeten worden; men zou kunnen overwegen, het secretarieperscneel dat aantal uren langer te laten werken. De VOORZITTER merkt den heer Van de Ven op, dat da zuinigheid in het voorstel van Burgemeester en Wethouders hierin is gelegen, dat personeelsuitbreiding op den duur wordt voorkomen. De zuinigheid, welke de heer Van de Ven wil, zou wel eens de wijsheid kunnen be driegen, omdat het niet-aankoopen van de machine wel eens tot gevolg zou kunnen hebben, dat binnenkort grootere uitgaven voor personeel moeten worden gedaan. Alsnu wordt overgegaan tot stemming over het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Het voorstel wordt verworpen met 14 tegen 8 stemmen. Tegen: de heeren Kroone, Van Keep, Crul Gruijs, Kooijman, Schrauwen, Broos, Me ij vis, Van der Ven, Van Arendonk, Van de Ven, Loonen, Visser en Houben. Voor: de heeren Van Houten, Van Bedaf, Mabelis,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 395