426
4 AUGUSTUS 1933.
,,het naar onze meening geen bezwaar kan ontmoeten aan het
„verlangen van den Minister te voldoen."
Artikel 4.
„Hoewel de redactie van artikel 4 ontworpen was naar aan
wijzingen door den Minister vroeger reeds gegeven, schijnt
„zij toch nog bezwaar te ontmoeten. De Minister wenscht een
„uitgesproken vergunningsstelsel voor eiken winkel afzonder
lijk. Veel verschil met de door den Raad aanvaarde regeling
„geeft dit niet, al zou het gemakkelijker en eenvoudiger ge
weest zijn bij één algemeen besluit te bepalen, welke winkels
„geacht werden in de nabijheid van ziekenhuizen en begraaf
plaatsen gelegen te zijn, dan door middel van vele, afzonder
lijke vergunningen. Intusschen mag dit formeele bezwaar niet
„aan een tegemoetkomen aan den wensch van den Minister
„in den weg staan.
Artikel 5.
„De Minister acht het beter het verbod van bezorgen van
„melk op Zondag op te nemen in de Politieverordening, om-
„dat blijkens de considerans politioneele redenen tot het ver-
„bod hebben geleid. Toegegeven mag worden, dat de conside
rans minder gelukkig is geformuleerd en dat de Minister
„derhalve formeel gelijk heeft. In feite echter behoort naar
„onze meening dergelijke bepaling in de winkelsluitingsveror-
„dening thuis, weshalve wij voorstellen haar daar te hand
haven, te meer omdat ook het bezorgen aan huis een onder-
„deel is van de winkelsluitingswet. Ook vroeger in 1925 en
„1930 is zij buiten de Politieverordening gehouden.
„De vraag is nu, hoe de considerans zal moeten luiden. In-
„dertijd is de verordening ingevoerd met het doel de arbeiders-
melkventers op Zondag rust te gunnen, die daartoe het ver-
Jangen te kennen hadden gegeven.
„Nadien is door de inwerkingtreding van het Rustdagbesluit
„voor transportarbeiders te land 1929 de verordening verval-
„len, weshalve zij in 1930 opnieuw is vastgesteld. De Minister
„achtte het blijkens zijn uitlatingen bij de mondelinge behan-
„deling van de winkelsluitingswet in de Tweede Kamer mo-