4 AUGUSTUS 1933.
427
„gelijk, dat de gemeente door middel van bepalingen van win
kelsluiting de arbeidswetgeving aanvulde. Van die zijde lijkt
„ons derhalve geen gevaar te duchten, dat een considerans
„met dusdanige tendenz niet zal worden geaccepteerd, al is
„de winkelsluitingswet meer geschreven met het oog op de
„rust der handelaars dan die der arbeiders. De considerans
„zou derhalve kunnen luiden: „overwegende, dat in het melk-
bedrijf hier ter stede des Zondags algemeen rust wordt
„verlangd.''
Artikel 3.
„Van deze gelegenheid wenschen wij gebruik te maken
„om aan Uwen Raad voor te stellen een kleine redactieverbe-
„tering in a. en b. van artikel 3 aan te brengen n.l. het doen
„vervallen van de woorden: „van 8 uur des namiddags." Deze
„toevoeging is overbodig en werkt trouwens met het oog op
„de wettelijke sluiting van 10 uur op Zaterdag niet altijd juist.
„Tevens is de gelegenheid gunstig om een voorziening te
„treffen t.z.v. bijgaand adres van de R.K. Bredasche Slagers-
„patroonsvereeniging, waarin wordt verzocht het sluitingsuur
„des Zaterdags voor slagerswinkels per verordening vast te
„stellen op 9 uur 's avonds, in plaats van om 10 uur, zooals
„de wet doet. Dit adres is onzerzijds in handen gesteld van de
„arbeidsinspectie, omdat de redenen, die er aan ten grondslag
„liggen, gezocht moeten worden bij de arbeidswetgeving. De
„Directeur-Generaal van den Arbeid is van meening, dat de
„arbeidswetgeving niet in het geval kan voorzien. Onzerzijds
„is er geen bezwaar in de winkelsluitingsverordening een an
tinomie tusschen de winkelsluitingswet en een A. M. v. B.
„te doen wegnemen, al kunnen wij de figuur niet bewonderen.
„De bevoegdheid der gemeente ex art. 6 der winkelsluitings-
„wet, waarop te dezer zake laatstelijk in Uwe vergadering
„gewezen werd, is naar onze meening hier niet bruikbaar, om
kat het geschreven is met het oog op de belangen van het
„personeel en blijkens zijn redactie alleen bevoegdheid geeft
„tot een sluiting tot 1 uur, dan wel vanaf 1 uur. Artikel 9
,,le lid, der wet, dat de bevoegdheid geeft op grond van bij
zondere omstandigheden afwijkingen van wetsbepalingen te
