434
4 AUGUSTUS 1933.
„man, de stad op 19 December van dat jaar overrompelde.
„Met het onder zijn bevel staande geringe garnizoen slaagde
„hij erin, de Franschen vier dagen later te doen terugtrekken.
„Behalve bijzondere tevredenheidsbetuigingen van de hoogste
„autoriteit ontving luitenant-generaal van der Plaat voor zijn
„beleid van het stadsbestuur van Breda een gouden snuifdoos
„met inscriptie, die blijkens een ingekomen brief van 30 April
„1814 No. 358 213.heeft gekost. Op het schilderstuk
„houdt de begiftigde de snuifdoos in de linkerhand, welke rust
„op het plan van Breda.
„Het andere portret geeft zijn anderen broeder, generaal-
majoor Engelbert George van der Plaat weer, een kundigen
„genie-officier, die in 1815 o.m. de vesting Breda in staat van
„verdediging bracht.
„Hoewel met name ten aanzien van uitgaven als deze in den
„huidigen tijd beperking ten zeerste geboden is, meenen wij
„toch, dat een verzuim zou worden gepleegd, wanneer wij de
„geboden gelegenheid, deze stukken voor Breda te verkrijgen,
„lieten voorbijgaan. Raadpleging van deskundigen wij stel-
„den ons ter zake ook met den Hoofddirecteur van het Rijks-
.museum te Amsterdam in betrekking leidt tot de conclusie
„Uw Raad te verzoeken een crediet van 600.- te bewilligen,
„al bestaat de kans eenigermate onder dien prijs te blijven.
„De jaarlijksche steun, welke ons stedelijk museum geniet,
„is te gering om bij zijn geringe inkomsten van elders, te po-
„gen de stukken door die instelling te doen aankoopen, te meer
„nu de inrichting van het nieuwe museum veel van haar krach
ten gevergd heeft.
„Wij stellen U mitsdien voor, het benoodigde crediet van
600.te verleenen en bieden U bijgaand ontwerp-besluit
„tot wijziging der gemeente-begrooting 1933 ter vaststelling
„aan."
De heer GRUIJS zegt, dat men zich kan afvragen, of
deze aankoop kan en moet geschieden. Spr. geeft echter te
